Zowel binnen als buiten de kerk leeft het beeld dat het er in de kerk altijd liefdevol en dus harmonieus toe zou moeten gaan. Als die harmonie verstoord wordt dan raken we teleurgesteld in de kerk of we worden boos op degenen die het veroorzaken en we keren misschien de kerk wel de rug toe. Ik ben tot de conclusie gekomen dat we het kruis van de verstoorde harmonie weer moeten leren dragen als wij trouw willen blijven aan het evangelie.
Lijden hoort niet in de kerk?!
Problemen in de kerk komen vaker voor dan ons lief is. Zowel binnen als buiten de kerk hoor ik dan opmerkingen als: 'Dit zou in de kerk toch niet moeten gebeuren' of 'Het lijkt in de kerk wel erger dan in het gewone leven'. Het zijn uitingen van frustratie of argumenten om de kerk niet (meer) serieus te nemen.
Ik kan de frustratie en boosheid wel begrijpen. Het verhaal waar de kerk van leeft is immers een verhaal waarin de Liefde centraal staat. Gods ruimhartige vergevende liefde is het fundament van de kerk. Het evangelie roept ons op om in de onderlinge verhoudingen diezelfde ruimhartige vergevende liefde te tonen. Bovendien verlangen wij naar harmonie. Problemen of conflicten ervaren we als een bedreiging voor de gemeenschap zoals we die graag hebben.
In een eerste reflex roepen we elkaar op om elkaar te vergeven en ons met elkaar te verzoenen. Predikanten preken erover. Ik heb het zelf ook meer dan eens gedaan. Maar ik heb ook gemerkt dat we met die oproep vaak de plank mis slaan. Wie zich betrokken voelt bij het conflict ervaart de oproep te gemakkelijk. Anderen voelen zich niet betrokken bij het conflict en dus niet aangesproken. De oproep tot vergeving en verzoening is dan niet het juiste antwoord. Wat dan wel?
De dynamiek van conflicten
Vaak zie je dat er rond conflictueuze situaties partijen ontstaan van mensen die zich solidair verklaren met degenen die in hun ogen het slachtoffer zijn van de situatie. Betrokkenen in het conflict vragen daar ook om. Je ziet dat mensen in de gemeente zich op heel verschillende manieren gaan verhouden tot de situatie. Er is veel overeenkomst met de natuurlijke reactie op bedreigende situaties. We reageren dan met vechten, vluchten of verstarren.
Vechten
De direct betrokkenen zullen vechten voor wat zij als hun recht beleven. Zij zullen al dan niet bewust medestanders zoeken die met hen meevechten. In hun beleving voeren zij het gevecht niet alleen voor hun eigen recht maar ook om de gemeente zoals die in hun ogen zou moeten zijn te redden. Als het niet lukt om het gevecht te winnen , heeft de gemeente afgedaan en zullen zij zich aan de gemeente onttrekken.
Vluchten
De meeste mensen die niet direct betrokken zijn zullen het conflict zoveel mogelijk uit de weg gaan en negeren. Zij blijven zich bezig houden met de activiteiten in de gemeente waar zij vreugde aan beleven. Als dat niet lukt kunnen zij vluchten naar een andere gemeente waar zij dit wel kunnen beleven.
Verstarren
Vaak zie je bij mensen die niet direct betrokken zijn bij het conflict ook een vorm van verstarring. Zij weten niet goed hoe zich te verhouden tot de mensen die in het conflict betrokken zijn of bij de mensen die afhaken. Je ziet dat contacten die er voorheen nog waren verwateren. Zij lijden eraan, maar zijn bang in het conflict gezogen te worden of om afgewezen te worden als zij dat niet doen. Zij zien ook op tegen de negativiteit die zij over zich heen kunnen krijgen over de gemeente of over mensen in de gemeente.
Een ander beeld van de gemeente
Het zijn min of meer natuurlijke reacties, maar zij houden ook verband met het ideaalbeeld over de gemeente, dat wij hebben. Tegelijk ontbreekt het aan alternatieve handelingsmogelijkheden.
Het helpt als wij ons beeld van de gemeente bijstellen. Het evangelie geeft daar zeker aanleiding toe. In de brieven van de apostelen is er meer dan eens sprake van conflicten in de gemeente. De gemeente in Korinthe spant wat dat betreft de kroon. Toch is het voor de apostelen nooit reden om te suggereren dat de gemeente geen gemeente van Christus meer is of dat de Heilige Geest verdwenen is uit de gemeente. Wel roepen ze gemeenteleden op om elkaars lasten te dragen.
Ook Jezus zelf benadrukt dat leven in navolging van hem, dus het gaan van de weg van de liefde een lijdensweg kan zijn als hij zijn volgelingen oproept hun kruis op te nemen. Het leven van Jezus zelf laat zien dat het gaan van die weg een lijdensweg kan zijn zelfs onder je eigen geloofsgenoten. Het helpt als wij gaan inzien dat lijden aan elkaar en aan de gemeenschap hoort bij het leven in de gemeente van Christus. Dat komt niet in mindering op de onderlinge verbondenheid.
Handelingsperspectieven
Welke handelingsperspectieven zijn er dan, behalve vechten, vluchten of verstarren? Om te beginnen is het verlaten van de gemeenschap in het nieuwe testament nooit een optie. Voor de apostel Paulus blijft de gemeente lichaam van Christus. In dat lichaam past het niet om je te onttrekken aan het lijden van een van de leden. Waar een lid lijdt, lijden alle leden mee. Ook hier blijkt weer lijden hoort bij de gemeente. Mee-lijden, compassie tonen, bepaalt de houding en het gedrag naar elkaar.
Mee-lijden en compassie tonen, wat betekent dat concreet?
Niet meevechten, maar 'mee-lijden'.
Belangrijk is om de relatie levend te houden met degenen die in het conflict betrokken zijn. Zo mogelijk met beide partijen. Het is niet hetzelfde als partij kiezen in een conflict. Het betekent erbij zijn. De verbinding gaande blijven houden. Reken niet meteen op dankbaarheid of waardering. Iemand die zich slachtoffer in een conflict voelt, zoekt medestanders. Weersta de verleiding om daaraan tegemoet te komen, want je bent ook verbonden met de andere partij en je bent vaak niet in de positie om het conflict echt goed te doorgronden. Deze houding kan je op onbegrip of verwijten komen te staan, maar dat is de consequentie van het volgen van Jezus op de weg van de liefde.
Niet meevluchten, maar 'mee-lijden'.
Ook hier geldt weer: houdt de relatie levend. Met degenen die vertrokken zijn en met degenen die gebleven zijn. Maar vlucht niet mee. Verbreek de relatie niet met de gemeente. Dat kan betekenen dat je veel verwijten over je heen krijgt. Misschien zelfs van beide kanten. Maar als een lid lijdt, lijden alle leden.
Niet verstarren
Je hoeft dus niet te verstarren. Er is een mogelijkheid om er te zijn voor mensen die betrokken zijn in een conflict. Maar je moet wel bereid zijn mee te lijden met betrokkenen en aan het conflict. Je niet afzijdig houden. We zijn daar eigenlijk best goed in als een van ons door ziekte of tegenslag te lijden heeft. Dan zie je in de gemeente vaak veel zorg en aandacht voor deze mensen. Maar in conflicten vinden we dat lastiger. Hoewel gemeenteleden zich vaak als slachtoffer van het conflict profileren gedragen zij zich niet altijd zwak en kwetsbaar. Toch zou het goed zijn te beseffen dat ook hierin een vorm van kwetsbaarheid en machteloosheid schuilt.
Ik vind het mooi om te zien dat er altijd ook mensen zijn ondanks het lijden blijven gaan voor het welzijn van allen in de gemeente. Mensen die contact blijven houden met mensen die vertrokken zijn. Mensen die respectvol blijven naar alle kanten.
コメント