top of page
Foto van schrijverMarten Knevel

Kerkvereniging in de geest van Christus



Bij verenigingsprocessen van kerkelijke gemeenten ontstaan vaak spanningen en conflicten over de afhandeling van zogenaamde materiële zaken. Dan klinkt al snel de oproep om de aandacht te verleggen naar 'geestelijke' zaken. Dat kon wel eens een heel 'ongeestelijke' oproep zijn.


Kerken verenigen steeds meer

Vermoedelijk hebben honderden kerkelijke gemeenten het in de afgelopen decennia meegemaakt. Vereniging van twee of meer gemeenten. Soms uit principiële overwegingen. Al die verschillende kerken, dat is toch niet te rijmen met het christelijke geloof? Wij geloven immers allemaal hetzelfde? Soms uit praktische overwegingen: De lasten van het gemeente zijn kunnen niet meer door elke gemeente afzonderlijk gedragen worden. Denk aan de lasten voor de gebouwen, het personeel, maar ook van al het vrijwilligerswerk dat in kerken gedaan wordt. En dan besluiten we om te verenigen.


Moeilijke keuzes

Tot zover geen probleem. Wij hebben een gemeenschappelijk belang om samen een nieuwe gemeente te vormen. Daarop vinden we elkaar en gaan we aan de slag. Maar dan beginnen de problemen pas. Er moeten keuzes gemaakt worden. In welk gebouw gaan we samenkomen? Wat gebeurt er met het gebouw dat (of de gebouwen die) niet meer voor kerkdiensten gebruikt worden? Hoe richten we ons kerkgebouw in? Hoe gaan we het beheer van gebouwen, financiën en personeel organiseren? Hoe gaan we het bestuur van de gemeente vorm geven? Hoe organiseren we het bestuur van de gemeente? Hoe organiseren we het vrijwilligerswerk in de gemeente? Hoe beslissen we over alle keuzes die er gemaakt worden? Hoe gaan onze kerkdiensten er uit zien?


Oplopende frustratie

In veel gevallen ontstaan over dit soort zaken spanningen in de nieuwe gemeente. Die spanningen kunnen hoog oplopen en lang duren. Ze nemen soms heel veel tijd in beslag van vrijwilligers. De spanningen kunnen jaren tot decennia voortwoekeren en veel kwaad aanrichten in gemeenten. Vrijwilligers raken gefrustreerd. Gemeenteleden liggen met elkaar overhoop. Ze verruilen de kerk voor een andere in de buurt of ze keren de kerk helemaal de rug toe.


Hoofdzaken en bijzaken?

Veel gemeenteleden begrijpen niet wat er gebeurt omdat de spanningen zich vaak op bestuurlijk niveau afspelen. Er klinken oproepen tot verzoening. Het gaat immers maar om bijzaken? Je moet toch over verschillen heen kunnen stappen? Midden in de spanningen kunnen deze oproepen ook verwijten naar elkaar worden en wapens om elkaar onder druk te zetten. Laten we ophouden met ons druk te maken over materiële en organisatorische kwesties. Dat is immers allemaal buitenkant! Laten we ons richten op wat echt belangrijk is: de geestelijke zaken. Laten we ons bezig houden met de kern van ons geloof.


Een geestelijk appel?

Het is een appel dat aankomt. We voelen ons aangesproken. Want eigenlijk geloven we allemaal dat het in het christelijk geloof in de kern juist niet gaat over dit soort 'bijzaken' als gebouwen, organisatie, financiën en beheer etc. En toch helpt die oproep meestal niet. Het knaagt ergens als anderen dit roepen. We voelen ons niet begrepen, geen recht gedaan, als we dit verwijt krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat die oproep vaak met goede bedoelingen gedaan wordt. En toch getuigt deze volgens mij niet van een echt geestelijke houding. In het beste geval is de oproep oppervlakkig omdat ze geen recht doet aan wat er werkelijk aan de hand is. In het slechtste geval is het een vorm van manipulatie, een poging om de zaken naar jouw hand te zetten.


een oneigenlijke tegenstelling

Waarom zeg ik dat? Omdat de oproep een tegenstelling suggereert, die niet bestaat. Je kunt kern en buitenkant niet tegen elkaar uitspelen. Buitenkant en binnenkant, het geestelijke en en het materiële, inhoud en vorm, onze motieven en onze vormen en gedragingen, je kunt ze niet los van elkaar zien. De buitenkant, het materiële, onze vormen gewoonten en gebruiken zijn uitdrukking van onze binnenkant, van ons karakter, van onze motivatie. Als we van elkaar vragen om de buitenkant los te laten, dan moeten we wel beseffen hoe dat de kern van ons bestaan kan raken. Leef je eerst in, in de ander, in de kern achter de buitenkant, voordat je oproept om de zogenaamde bijzaken te vergeten.


Onze veiligheid in het geding

Als wij opgeroepen of gedwongen worden om onze 'buitenkant' in te wisselen voor een ander buitenkant, dan kan dat ons diep raken. Het raakt aan je gevoel van thuis zijn en van veiligheid. Daarom kunnen we soms heftig reageren als dit gebeurt. Hoe heftig de emoties dan kunnen oplopen zien wij bijvoorbeeld in de zwarte pieten discussie van de laatste jaren.


De geestelijke kern van de boodschap van Jezus

Te vaak zie je dat die oproep gemakkelijk wordt gedaan zonder dat men zich werkelijk heeft ingeleefd. De oproep komt dan voort uit vermoeidheid over onbegrepen 'gezeur' of uit een poging om anderen tot het eigen standpunt te dwingen. Vaak ontbreekt het aan bereidheid om je werkelijk in de ander in te leven. En dat is nu net de kern van de boodschap van Jezus. Centraal in ethische boodschap van Jezus staat de oproep om de ander te behandelen zoals je zelf behandeld zou willen worden. Dat is een oproep de van ons vraagt om je in te leven in de ander, om je voor te stellen dat je in de schoenen van de ander staat. Het vraagt om de ander echt te willen begrijpen. En dan op de ander te reageren zoals je zou willen dat er op jou gereageerd zou worden. Als je zo handelt dan handel je in ware zin geestelijk. Wie zo handelt kan het belang dat een ander hecht een gebouw, gewoonten, gebruiken, vormen etc. niet meer afdoen als onbelangrijke 'bijzaken'.


Inlevingsvermogen

Als kerkelijke gemeenten zich verenigen tot een nieuwe gemeente, dan moeten er moeilijke keuzes gemaakt worden. De nieuwe gemeente kan niet een voortzetting van een van de oude gemeenten zijn. Elk van de deelnemende gemeenten zal 'heilige' vormen en gebruiken prijs moeten geven. Dat kan alleen goed gaan als beide partijen echt geïnteresseerd zijn in de andere partij. Ook in de betekenis die deze gebruiken voor de ander hebben. Je moet elkaar leren kennen, begrijpen en ondanks de verschillen toch van elkaar houden. Dan ben je bereid om elkaar werkelijk wat te gunnen.


gemakzuchtig verenigen

Mijn indruk is dat die grondhouding zelden aanwezig is bij verenigingen van kerkelijke gemeenten. We nemen een vereniging veel te gemakkelijk op, juist omdat ons niet in de ander verdiepen. We beschouwen de ander gewoon als een kopie van onszelf of we zien de verschillen vooral als een grote bedreiging voor onze eigen gewoonten en gebruiken. En voor je het weet wordt een vereniging een onheilig gevecht om zoveel mogelijk van je eigen vormen en gebruiken veilig te stellen.


Terug naar de kern

De geestelijke uitdaging van een verenigingsproces is om je werkelijk in de ander te verdiepen. Ook in de betekenis die vormen, gebruiken, gebouwen etc. voor de ander hebben. Wat zegt dit over de manier van geloven van de ander? Hoe is die andere gemeente door het evangelie van Jezus Christus geraakt en hoe hebben zij dat vertaald naar vormen, gebruiken en gebouwen? Hoe kan dat bijdragen aan de nieuwe gemeente, die een andere gemeente zal zijn dan de oorspronkelijke gemeenten? Hoe kunnen we samen een mooiere rijkere gemeente vormen?





70 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page